|
KROONKURKENHoera prijs!Afgelopen feestavond van onze club was ik één van de gelukkige winnaars van een zak fel rode kroonkurken. Een prima prijsje uit de tombola want kroonkurken komen altijd van pas. Zeker gekleurde kroonkurken zijn bij mij welkom. Elk brouwsel krijgt bij mij zijn eigen kroonkurk. Zo gebruik ik witte kroonkurken voor witbier, gele voor tripels, zwarte voor stouts en alts, blauwe voor fantasiebieren en rode voor barley wines. Een kroonkruk als etiket dus! Als je echter met wedstrijden voor amateur-brouwers wilt meedoen zul je altijd een aantal flessen met zilver-, brons- of goudkleurige doppen moeten sluiten. Een gekleurde dop wordt namelijk door de keurmeesters van het BKG gezien als een persoonlijk kenmerk (bijvoorbeeld rood voor René en groen voor Albert) en leidt daarom tot puntenaftrek. Vreemd is dat natuurlijk wel, alsof gekleurde kroonkurken die overal te koop zijn persoongebonden zouden zijn!Zere handenBuiten de kleur is de ene kroonkurk duidelijk de andere niet. Uit eigen ervaring weet ik dat de dikte van het metaal verschillend is. Voor sommige kroonkurken hoef ik maar weinig kracht te zetten met mijn kroonkurkapparaat en voor anderen heel wat meer. Zere handen na het bottelen is het gevolg van de laatste soort kroonkurken. Je kunt de verschillen in stevigheid ook heel makkelijk vaststellen als je kroonkurken ombuigt nadat je ze van een fles hebt gewipt.Verschillend inlegmateriaalDe belangrijkste verschillen tussen kroonkurken worden echter veroorzaakt door het inlegmateriaal. Al decennia lang bestaat dit materiaal niet meer uit schijfjes natuurkruk maar uit een laagje kunststof. Uit een onlangs in Brauwelt verschenen artikel met de titel "Sauerstofreduzierende Compoundmaterialien" (Brauwelt nr. 13/14 1999) blijkt dat er tegenwoordig verschillende inlegmaterialen bestaan die moeten zorgen voor een goede afsluiting van de fles, te weten:
Bij kroonkurken met barrièreafsluitmateriaal is de kunststof gemaakt met speciale polymeren, die zuurstofverplaatsing belemmeren. Zo worden zeer lange echte polymeren gebruikt of polymeren die een kristalstructuur kennen. Ten opzichte van PVC-houdend en PVC-vrij materiaal wordt door dit materiaal de zuurstofopname met 15% beperkt. Barrièreafsluitmateriaal heeft als nadeel dat het vrij hard is. Als de kroonkurken met een te grote belasting op flessen gedrukt worden kan in een enkel geval daardoor koolzuur verloren gaan. Uit het oogpunt van het beperken van de zuurstofopname
zijn de zuurstofabsorberende afsluitmaterialen het meest interessant. Deze
materialen zijn levensmiddelenveilig. Bij een hoger vochtgehalte (in de
ruimte boven het bier heerst in de bierfles een vochtgehalte van 100%)
worden bepaalde bestanddelen van het materiaal geactiveerd waardoor moleculair
zuurstof gebonden wordt. De absorptiestoffen kunnen zowel in PVC-houdend
als PVC-vrij inlegmateriaal ingebracht worden. Zuurstofabsorberende afsluitmaterialen
beschermen het bier op twee manieren, allereerst door opname van de zuurstof
die in de fles zit na het afsluiten van de fles en vervolgens door absorptie
van de zuurstof die later door het afsluitmateriaal heen dringt. Uit in
de USA uitgevoerd onderzoek is gebleken dat bier dat gebotteld was in flesjes
met zuurstofabsorberende kroonkurken maanden langer hun frisse smaak behielden.
VentielkroonkurkenWij zelfbrouwers hebben soms problemen met een te hoog koolzuurgehalte. Je dacht dat het bier volledig was uitgegist maar na het bottelen gist het bier wat verder uit dan je gedacht had. Heel vervelend, want bommen tot ontploffing brengen laten we aan de NAVO over. Uit een eerdere publicatie in Brauwelt van H. Vogelpohl (Brauwelt nr. 42/1991) weet ik dat er tegenwoordig kroonkurken bestaan die in staat zijn een overdruk aan koolzuur uit de fles te laten. Deze kroonkurken werken als een ventiel. Het overtollige koolzuur kan de fles uit maar zuurstof kan er niet in. Dergelijke kroonkurken zijn zover ik weet nog niet te koop voor amateur-brouwers. Dat is op zich jammer want we zouden dan met een geruster hart een bier kunnen bottelen met een iets hoger koolzuurgehalte.Overigens weet ik uit jarenlange ervaring dat als je een bier hebt met een hoog koolzuurgehalte dit koolzuurgehalte langzaam daalt doordat het afsluitmateriaal altijd wat gas doorlaat. Door een grote overdruk dringt er minder zuurstof in de fles. De zuurstofmoleculen moeten als het ware sterker tegen de stroom in zwemmen. Een hoog koolzuurgehalte werkt als een soort van natuurlijke bescherming tegen veroudering van bier. Desondanks zal er altijd een moment aanbreken waarop zuurstof de fles in komt. Er bestaan volgens H. Vogelpohl een drietal klassen kroonkurken, te weten:
OntwikkelingIk denk ik dat het goed zou zijn als de ventielkroonkurken ook aan amateur-brouwers te koop aangeboden zouden worden. Safety first, is altijd een goed uitgangspunt. Helemaal ideaal lijken mij ventielkroonkurken met zuurstofabsorberend afsluitmateriaal. Of deze bestaan weet ik niet. Als ze nog niet bestaan dan zullen ze er denk ik wel komen. De ontwikkeling staat niet stil, zelfs niet ten aanzien van zoiets ogenschijnlijk simpels als een kroonkurk.Jacques Bertens
Eerdere publicatieDit artikel is eerder gepubliceerd geweest in het clubblad van "De Roerstok" van mei 1999. |